Komt het u beter uit wanneer wij u bellen voor informatie, advies of een afspraak? Vul dan hier uw gegevens in. Wij nemen zo snel mogelijk contact met u op.
Voogdij
Ouders hebben het ouderlijk gezag over hun minderjarige kinderen (tot 18 jaar). Meestal hebben ze samen het gezag en soms ligt het gezag bij één ouder. Bijvoorbeeld wanneer een alleenstaande ouder het kind opvoedt en verzorgt of wanneer een ouder door de rechter uit het gezag is gezet.
Wanneer een ouder die het gezag heeft overlijdt dan blijft de andere ouder het gezag houden. Maar als er geen andere ouder is die het gezag heeft of allebei de ouders zijn weggevallen, dan zal de kantonrechter een voogd aanwijzen die verantwoordelijk wordt voor de verzorging en opvoeding totdat het kind 18 jaar is.
Wanneer u het aanwijzen van een voogd niet wil laten afhangen van de beslissing van de kantonrechter, dan kunt u zelf in een testament één of meer voogden aanwijzen. U kunt de voogd daarbij bepaalde wensen en instructies meegeven. U bent dan verzekerd dat degene van uw persoonlijke keuze de voogdij krijgt en niet een ander.
In aanvulling op de voogdij kunt u het vermogen dat uw kind van u erft onder bewind stellen tot een bepaalde leeftijd. Zolang een kind nog geen 18 jaar is ligt de financiële verantwoordelijkheid bij de voogd, maar de functie van voogd eindigt zodra een kind 18 jaar is. Uw kind wordt dan zelf verantwoordelijk over het vermogen dat het geërfd heeft.
Veel ouders vinden 18 jaar best jong om deze verantwoordelijkheid aan te kunnen. U kunt dit uitstellen door een bewindvoerder aan te wijzen. Deze bewindvoerder beheert dan het vermogen totdat uw kind de leeftijd heeft bereikt waarop het verondersteld wordt wel zelfstandig met het vermogen om te kunnen gaan (vaak tussen 20 en 25 jaar, u bepaalt dat zelf). Het is echter wel zo dat als een bewind langer duurt dan 5 jaar het kind aan de kantonrechter kan verzoeken het bewind te eindigen omdat het niet langer nodig is.